Een nieuwe horizon voor de arbeidsmarkt (blog)

Vrijdagmiddag ontplofte mijn mailbox. Ik vroeg me heel even af hoe dat kwam en toen wist ik het; de start van de meivakantie. Blijkbaar wilden veel mensen hun eigen bureau opruimen voordat ze één of twee weken weggingen en dat deden ze door het vervolgens op een ander bureau te leggen; het mijne. Maar dat is eigenlijk niet zo erg, want volgende week is het omdat er zoveel mensen even tussenuit zijn, de agenda technisch veel rustiger en kan ik wel wat wegwerken komende week. Daarnaast betekent het feit dat er zo veel mensen op vakantie gaan dat het nog niet zo slecht in ons land gaat!

Vakantiereces

Maar de instroom in mijn mailbox was nog niets vergeleken bij die van Tweede Kamerleden. Daar heet vakantiereces en wanneer je bij rijksoverheid.nl kijkt naar de kamerstukken die afgelopen vrijdag aan de Kamer gestuurd zijn – de dag van de start van het reces – dan schrik je echt van de hoeveelheid. Hoe moeten mensen nu vakantie vieren wanneer ze zo’n berg aan documenten binnen krijgen net wanneer ze hun laptop dicht willen klappen? De meeste zenders zeggen dan “nee, daar hoef je niets mee te doen, dat is pas voor na je vakantie”. Maar zou het dan niet een idee zijn om de documenten dan ook pas na de vakantie te sturen? Scheelt een hoop werkdruk bij de ontvanger en een relaxtere vakantie.

Toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur

Reden dat ik bij de Kamerstukken keek was dat de ministers Van Gennip en Schouten, van het ministerie van sociale zaken, een brief aan de Kamer stuurden over de toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur en dan met name de oprichting van 35 Werkcentra. Nu kon ik in de wirwar van alle toegestuurde documenten deze brief niet direct vinden, maar doordat ik een paar weken geleden gevraagd was om mee te lezen met de conceptversie weet ik wel zo ongeveer wat erin staat. Basisgedachte is dat we in deze krappe arbeidsmarkt iedereen nodig hebben en dat het daarom zaak is dat werkzoekenden en werkgevers die assistentie kunnen gebruiken deze eenvoudiger kunnen vinden. Nu zijn er heel veel loketten waarvan je, als je niet op zoek bent naar een baan of geen vacature hebt, helemaal niet vanaf weet maar wanneer je ze wel nodig hebt, niet weet waar je moet beginnen. Van leerwerkloket tot afdelingen werk & inkomen, van het UWV tot het RMT en van het Werkgeversservicepunt (WSP) tot het sociaal ontwikkelbedrijf. 

Eén loket voor werkgevers en werkzoekenden 

Met de inrichting van een werkcentrum in iedere arbeidsmarktregio zou er feitelijk één loket moeten komen voor zowel werkgevers als werkzoekenden die assistentie kunnen bieden, vragen kunnen beantwoorden, vraag en aanbod kunnen matchen en – misschien nog wel het belangrijkst – je kunnen vertellen waar je wel moet zijn wanneer zij je niet kunnen helpen. Dit heet met een goede Nederlandse term “no wrong door”. Met andere woorden; je wordt nooit meer van het kastje naar de muur gestuurd. Ander principe van het regionale werkcentrum is die van “ontschotte dienstverlening”. In normaal Nederlands; het hele pakket aan dienstverlening, van opleiding tot leerwerktraject en van bemiddeling tot detachering, kan door het Werkcentrum worden aangeboden. Heel concreet betekent dit dat de diensten van werkgeversservicepunt, leerwerkloket en RMT gebundeld worden in het Werkcentrum dat vervolgens zowel digitaal als fysiek op meerdere plekken in de regio wordt aangeboden. In de komende tijd zal gewerkt worden aan de totstandkoming hiervan waarbij de Minister €86 miljoen vrijmaakt om dit te realiseren (in totaal, niet per arbeidsmarktregio!).

De rol van sociaal ontwikkelbedrijven

Mijn pleidooi al langere tijd en ook mijn reactie op het concept van de Kamerbrief is dat het logisch zou zijn om het sociaal ontwikkelbedrijf een prominente rol te geven in dit nieuwe Werkcentrum. Het ontwikkelbedrijf is namelijk op dit moment de enige partij die het volledige pakket aan diensten aanbiedt voor zowel werkgevers als werkzoekenden; diagnoses, trainingen, leer-werk plekken, beschut werk, begeleid werk, detacheringen, tijdelijk werkgeverschap, loonkosten metingen, bemiddeling etc. Volledig ontschot voor alle werkzoekenden en voor alle werkgevers. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld gemeenten en UWV die met name werkzoekenden begeleiden en het WSP die met name met werkgevers spreekt. En in onze regio is het al helemaal logisch om Scalabor als een van de locaties van het Werkcentrum aan te wijzen daar waar we in ons Arbeidsontwikkelcentrum op de Bruningweg al samenwonen met het WSP. 

Positieve ontwikkeling 

Ik denk dus dat het Werkcentrum een goede ontwikkeling is die zowel werkzoekenden als werkgevers gaat helpen elkaar beter en sneller te vinden. Vanuit Scalabor werken we daar dan ook van harte aan mee. Mooi ook dat de Minister hier geld voor vrij maakt; tussen de enorme hoeveelheid aan berichten afgelopen vrijdag een mooie boodschap!