Uzhasnyy (blog)
Ik was ooit een keer in Oekraïne, slechts één dag. In 2012 werd het EK-voetbal gehouden in Polen en Oekraïne. Nederland speelde in Charkov tegen Portugal. Dat was een draak van een wedstrijd: we verloren met 2-1 en Ronaldo scoorde twee keer. Samen met een groep ondernemers uit de regio vlogen we ’s ochtends heen, en direct na de wedstrijd weer terug. Overdag verbleven we in de stad en omdat ik nog een paar woordjes Russisch sprak, nam ik een aantal van hen mee op sleeptouw. Mooie stad, vriendelijke mensen, ontspannen sfeer met honderden oranje supporters op het centrale plein waar Danny de Munk optrad om het publiek te vermaken. Datzelfde plein zie ik nu terug op Tv-beelden: ingeslagen raketten en volledig verwoest. Uzhasnyy.
Toen ik in Charkov was bracht het me even terug naar mijn tijd in de voormalige Sovjet-Unie. Op de een of andere manier lijken heel veel Oostblok steden op elkaar, alsof er overal een en dezelfde architect werkzaam is geweest.
Oude Arnhemse trolleybussen
Midden jaren negentig werd ik voor het eerst uitgezonden naar een van de nieuwe republieken: Kazakhstan, met als hoofdstad (toen nog) Almaty. Een stad die wij Nederlanders kenden onder de naam Alma-Ata vanwege een bijzondere locatie: de Medeo schaatsbaan. In de jaren zeventig en tachtig de hoogst gelegen schaatsbaan ter wereld waar het ene na het andere wereldrecord sneuvelde. In mijn tijd was het land net vijf jaar zelfstandig. Alles kon en veel mocht. En veel moest nog gebeuren. Een grondwet was er nog niet, de infrastructuur was slecht, gebouwen oud en niet onderhouden, en in de straten reden oude Arnhemse trolleybussen. Maar het was ook een land van mogelijkheden.
De wereld een beetje beter maken
Men wist intussen dat er heel veel olie in de grond lag, maar vanwege de diepte en de bevroren ondergrond wist men niet precies hoe het rendabel uit de grond gehaald kon worden. Vanwege het zwarte goud en de potentie van het land waren echter heel veel landen en bedrijven geïnteresseerd om banden aan te gaan met dit land. Ditzelfde zag ik later gebeuren toen ik in Kirgizië en in Rusland woonde en werkte: een intocht van westerse overheden en bedrijven met als doel invloed te verwerven en zaken te doen. Maar er was toch ook wel een idealistische reden om er te zijn. We dachten dat we de wereld op die manier ook een beetje beter konden maken.
De overtuiging was dat democratie en kapitalisme de voormalige Sovjetrepublieken voorspoed zouden geven. Door mensen aan te nemen en een fatsoenlijk salaris te betalen zou een nieuwe middenklasse ontstaan. Een middenklasse die democratische normen en waarden zouden omarmen. Weg met de koude oorlog!
Hooggeschoold personeel
En wat werkten er fantastische mensen. In het hotel in Moskou waar ik verantwoordelijk voor was hadden we vaak heel hooggeschoold personeel die veel beter Engels spraken dan wij Russisch. Ik kan me nog herinneren dat een van onze IT-managers mij vertelde dat hij in Baikonur aan raketten had gesleuteld. Die maakte je dus niets wijs over Microsoft Office!
Tijden van hoop
Inmiddels bekleden veel van mijn oud-collega’s leidinggevende posities in hotels over de hele wereld, zoals ik dat zelf ook heb gedaan. Met het Sovjet onderwijssysteem was dan ook niets mis. Sterker nog, het was heel goed. Qua talen en abstracte vakken, maar zeker ook qua cultuuronderwijs: nagenoeg iedereen speelde een instrument en kende zijn klassiekers. Het waren tijden van hoop: de muur was gevallen, mensen mochten stemmen, er kwam geld het land binnen en het leven kon alleen maar beter worden.
Die hoop is in de afgelopen week volledig de kop ingedrukt. Weg. En niet alleen in Oekraïne. Ook in alle andere Oostbloklanden. Want als dit in Oekraïne kan gebeuren, wat betekent dit dan voor de andere landen? Wie is er als volgende aan de beurt. Het oude Sovjet denken – terug naar het Russische Rijk – is weer helemaal terug. Miljoenen mensen op de vlucht, duizenden doden, steden verwoest. En ook de droom van vrede en van een nieuwe wereld is verwoest. In Oekraïne, in Europa maar ook in Rusland. Uzhasnyy.
Geen ver-van-mijn-bed-show
Natuurlijk zijn er in het verleden meer oorlogen geweest. Ook in onze tijd. Maar vaak waren die verder weg. Deze keer is het echter geen ver-van-mijn-bed-show. Kiev is maar een paar uurtjes vliegen. Het grenst aan landen waar velen van ons al eens met vakantie geweest zijn.
Effect
We stonden nog maar een paar jaar geleden te hossen op het plein voor een voetbalwedstrijd. Het heeft ook een effect op ons. De beelden op tv doen wat met ons, er komt een enorme stroom vluchtelingen aan, producten worden schaarser, de prijzen van gas en benzine stijgen en de inflatie wordt hoger. En we realiseren ons ook dat vrijheid geen vanzelfsprekendheid is en dat we in defensie en in ontwikkelingssamenwerking moeten blijven investeren.
Iedereen wil iets doen
Laten we hopen dat de steun voor de Oekraïne en de sanctiemaatregelen succes hebben. Ik vind het heel goed om te zien dat heel veel bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen en uit Rusland vertrekken: Heineken, Shell, Lego, Booking, Visa, BP, Houthoff, noem maar op. Ook alle hulpacties komen op gang. Nationaal, maar vooral ook lokaal. Ook van onze medewerkers hoor ik heel veel voorbeelden van acties. Iedereen wil iets doen en laten we zoveel mogelijk steun verlenen. Maar laten we vooral hopen dat het verstand zegeviert. Ik ken geen Rus die deze oorlog wil. Ergens moet dat toch de doorslag geven.
Want de huidige situatie is Uzhasnyy, het Russische woord voor verschrikkelijk.